(27 april bijgewerkt)
Een paar dagen geleden deed de Hoge Raad een verrassende en ingrijpende uitspraak over de vraag of bewindvoerders vrijgesteld moesten zijn van BTW (omzetbelasting). De Hoge Raad oordeelde dat de vrijstelling te ruim geformuleerd en in strijd met de wet is, waardoor commerciële instellingen 21% btw verschuldigd zouden zijn. De uitspraak schiep tegelijk duidelijkheid in wat schuldhulpverlening en maatschappelijk werk is, alle vormen van schuldhulpverlening (ook bewindvoering) zijn een vorm van maatschappelijk werk. Deze uitspraak veroorzaakte flinke onrust door het ongewenste onderscheid tussen bedrijven met of zonder winstoogmerk.
De staatsecretaris heeft nu ingegrepen en in een beleidsbesluit bepaald dat alle instellingen voor schuldhulpverlening en maatschappelijk werk, dus met en zonder winstoogmerk, vrijgesteld zijn van BTW. Ook bewindvoerders vallen hier dus onder. Bewindvoerders kunnen zelf kiezen of ze gebruik willen maken van deze BTW vrijstelling, dat is niet verplicht. Mogelijk dat grotere bewindvoerderskantoren er voor kiezen om wel BTW te blijven rekenen, zij hebben immers meer onkosten waarvan ze de BTW willen terugvragen. Ik kies er in ieder geval voor om zo snel mogelijk van deze vrijstelling gebruik te gaan maken, dat maakt de bewindvoering immers een stuk goedkoper. Ik verwacht trouwens dat gemeenten bij een aanvraag voor bijzondere bijstand hier op kunnen gaan sturen, of misschien gaan bepalen dat je het netto bedrag krijgt.
En nu, wel of niet?
Op dit moment is er helaas nog onduidelijkheid over de beleidsregel van de staatsecretaris en vooral hoe de belastingdienst daarmee om zal gaan. Daardoor ben ik op dit moment volgens de belastingdienst nog steeds verplicht BTW in rekening te brengen. De brancheorganisatie NBBI voert overleg met de staatsecretaris, hopelijk biedt dat snel duidelijkheid.
Geen BTW zou goed nieuws zijn voor iedere klant die zelf de bewindvoerder moet betalen, maar ook voor de gemeenten die de bewindvoerder via bijzondere bijstand vergoeden.
Klik hier voor de beleidsregel van de staatssecretaris.